Bruxelles-National: au parlement flamand...
A la place de mes concitoyens de l'Oostkant et de l'Oostrand, nous nous ferions du souci... Sont-ils bien défendus par leurs élus?
Plenaire Vergadering van 22-03-2006
Actuele vraag van de heer Jos Bex tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het spreidingsplan voor de vluchten vanuit Zaventem en de milieuvergunning voor BIAC na het nieuwe arrest van het Brusselse Hof van Beroep
Actuele vraag van de heer Joris Van Hauthem tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het spreidingsplan voor de vluchten vanuit Zaventem en de milieuvergunning voor BIAC na het nieuwe arrest van het Brusselse Hof van Beroep
Actuele vraag van de heer Eric Van Rompuy tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het spreidingsplan voor de vluchten vanuit Zaventem en de milieuvergunning voor BIAC na het nieuwe arrest van het Brusselse Hof van Beroep
Actuele vraag van de heer Mark Demesmaeker tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het spreidingsplan voor de vluchten vanuit Zaventem en de milieuvergunning voor BIAC na het nieuwe arrest van het Brusselse Hof van Beroep
De voorzitter:
De heer Bex heeft het woord.
De heer Jos Bex:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, mijnheer de minister, collega's, het Hof van Beroep van Brussel heeft een vonnis geveld over de klacht van de bewoners van de noordrand, Kortenberg en Steenokkerzeel. Het is een zeer uitvoerig gedocumenteerd vonnis geworden.
Vandaag interesseren ons vooral de besluiten van het vonnis. Een eerste belangrijk besluit is dat de geluidsnormen die door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden toegepast ongrondwettelijk zijn. Ten tweede werd beslist dat de milieuvergunning die aan BIAC werd verleend illegaal is, want er ontbreekt een project-MER. Ten derde zegt het vonnis dat er een volledige spreiding moet komen van de lasten, zoals destijds door de federale regering was beslist.
Mijnheer de minister, via verschillende verklaringen hebt u al laten weten dat u het eigenlijk een goed vonnis vindt en dat u de nodige stappen zult zetten om BIAC ertoe te bewegen een MER op te stellen.
Mijnheer de minister, in de wandelgangen heb ik vernomen dat in het vonnis staat dat het MER moet handelen over de gevolgen van het dalen en het stijgen. Ik hoor dat er discussie bestaat over wat dalen en stijgen is. Als daarmee het van de grond komen van een vliegtuig wordt bedoeld, denk ik niet dat dat overeenstemt met het MER dat in het vonnis wordt gevraagd. Met dalen en stijgen wordt de volledige beweging van het stijgen en dalen bedoeld, inclusief alle kronkels en bochten die gemaakt worden om bepaalde gebieden te vermijden.
Als ik het vonnis lees, heb ik de indruk dat het Vlaamse Gewest, via zijn advocaat, niet echt op dit vonnis heeft aangedrongen. Mijnheer de minister, de advocaat heeft op een bepaald moment gezegd dat er volgens het Vlaamse Gewest geen enkele reden was om beroep aan te tekenen. Dat is in tegenstelling met uw verklaring dat het een goed arrest is.
Wat is de achtergrond van dit vonnis? Men zegt dat het een gevolg is van het spreidingsplan, waarvan sommigen waarschijnlijk zullen zeggen dat het nergens op leek. Het vonnis heeft helemaal niets te maken met het spreidingsplan, het heeft te maken met de concentratie die op een bepaald moment tot stand kwam - en we weten allemaal nog wanneer dat gebeurde.
Die concentratie was het eindpunt van een sluipende besluitvorming waarbij vanaf de jaren zeventig systematisch heel wat routes worden verplaatst richting Vlaanderen om bepaalde gebieden van het land te sparen. Die sluipende besluitvorming is niet gestuit want vrij recent heeft het Brusselse gewest een vergunning afgeleverd om een antenne te plaatsen op de Financietoren en de federale minister paste tengevolge van die vergunning de routes aan. Daardoor krijgt Vlaanderen extra last, weliswaar minimaal. Dit is een voorbeeld van hoe op een sluipende manier heel het spreidingsplan, dat destijds goed was bedoeld, ondermijnd wordt.
Een andere belangrijke factor is dat Vlaanderen op het gebied van de ruimtelijke ordening niet heeft gedaan wat het moest doen. We hebben in het RSV ingeschreven dat we een ruimtelijk uitvoeringsplan zouden opmaken voor de zone rond de luchthaven en dat er maatregelen zouden worden genomen met betrekking tot bouwtoelatingen en bebouwing, maar dat is tot op vandaag niet gebeurd. Ik heb er vorige week een uitvoerig en nuttig gesprek over gehad met minister Van Mechelen. Hij heeft me erop gewezen dat het probleem bij het opstellen van het ruimtelijk uitvoeringsplan voornamelijk te maken heeft met de milieunormering die tot op vandaag ontbreekt. Het gevolg hiervan is dat op dit ogenblik er ruimtelijke structuurplannen van gemeenten worden goedgekeurd, waarbij bepaalde gebieden zijn ingekleurd als wonen in het groen, terwijl ze dagelijks overvlogen worden door vliegtuigen. Wat we ook zien, is dat bepaalde corridors die vrijgehouden zijn voor het overvliegen door vliegtuigen, op dit ogenblik stiltecorridors geworden zijn, want daar vliegen geen vliegtuigen meer.
Met het vonnis is niet alles opgelost, zoals het probleem van het aantal vluchten. Als wordt beslist om te spreiden maar er wordt niet op voorhand vastgelegd hoeveel vluchten er worden gespreid, opent dit een mogelijkheid tot een ongebreidelde expansie.
Ik blijf er bovendien bij dat, om een goede spreiding en een definitieve oplossing te bereiken, we moeten praten met de militairen. Op dit ogenblik zijn zowel Kleine Brogel als Florennes ruimtes in het luchtruim die beletten dat we tot een goede spreiding kunnen komen. Er is prioriteit van de nationale luchthaven op de regionale luchthavens. Er zullen uiteraard een aantal technische aanpassingen moeten gebeuren op de luchthaven om tot een maximale spreiding te komen.
Mij verontrust wat BIAC heeft gezegd bij het uiteenzetten van de plannen voor de toekomst. Sommigen zullen zich herinneren dat ik ooit heb gezegd dat men bezig is met het Wijnegem van de luchthavens te creëren. Het is de bedoeling van BIAC om op de luchthaven meer shoppingfaciliteiten aan te bieden. We zijn bang dat we in het weekend en 's nachts zullen wakker liggen omdat toeristen pralines in Zaventem komen kopen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.
Mijnheer de minister, kan dit vonnis, dat u een goed vonnis vindt, vanaf nu het standpunt zijn van de Vlaamse Regering in het overleg met het Brusselse gewest en de federale regering? Als we het goed menen met de luchthaven moet er opnieuw een goed maatschappelijk draagvlak gecreëerd worden waarvoor een leefbare omgeving en een leefbare luchthaven nodig zijn. Kan dit vonnis voor u een basis zijn om aan dit goede draagvlak te werken?
De voorzitter:
De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem:
Mijnheer de minister, de heer Bex heeft al aangestipt welk element in het arrest van het hof van beroep van Brussel rechtstreeks met uw bevoegdheid te maken heeft, met name de verplichting om alsnog aan BIAC een milieueffectenrapport te vragen. Wij hebben u hierover op 19 oktober ondervraagd. Toen had de auditeur van de Raad van State al gezegd dat dit zou moeten gebeuren want anders is de milieuvergunning van BIAC van december 2004 inderdaad illegaal.
U hebt toen gezegd dat er volgens u niets aan de hand was. Dit wordt nu, voorafgaand aan de uitspraak van de Raad van State, bevestigd door het Hof van Beroep van Brussel. U hebt al gezegd dat u dat gaat doen.
Tot daar uw bevoegdheid. Wat belangrijker is, is dat het Hof van Beroep van Brussel heeft geoordeeld dat de Brusselse geluidsnormen ongrondwettig zijn. In 2004 heeft mijn partij zware kritiek geuit op een uitspraak van het Hof van Beroep van Gent, dat onze vzw's heeft veroordeeld wegens racisme. We werden toen bestempeld als fascisten, die de rechtsstaat niet respecteerden. Mijnheer de minister, mocht u het journaal van 1 uur hebben bekeken, zou u de heer Picqué, de minister-president van de Brusselse regering, hebben zien verklaren dat het Hof van Beroep de boom in kan met dat arrest, waarin het stelt dat de Brusselse geluidsnormen ongrondwettig zijn. Mijnheer Van Rompuy, volgens dezelfde logica is de heer Picqué dan ook een fascist, die de rechtsstaat niet respecteert.
Maar goed, dit is een historische uitspraak. De geluidsnormen van 1999 zijn ongrondwettig, aldus de rechter in zijn arrest, omdat het evenredigheidsbeginsel overboord wordt gegooid en er geen sprake is van een evenredige en billijke spreiding van de vluchten. Dat dateert van 1999, maar de geluidsnormen zelf zijn na 7 jaar nog hangende voor de Raad van State. Ik neem aan dat dit wat moeilijk ligt, ook voor u. CD&V zat toen en zit nog steeds in de Brusselse regering, en heeft die onwerkbare geluidsnormen mee goedgekeurd. Indien die geluidsnormen zouden worden toegepast, kan er geen enkel vliegtuig meer boven Brussel vliegen. Overdag kan dat misschien nog een beetje, maar 's nachts zeker niet. U weet dat net zo goed als ik, mijnheer de minister.
De vraag rijst: wat nu? Ik stel twee dingen vast naar aanleiding van dit arrest. Ik stel vast dat in dit dossier-Zaventem, waarvan we nu de tweede episode na de DHL-episode beleven, de politieke communautaire tegenstelling tussen Vlamingen en Franstaligen zich heeft doorgezet tot op het justitiële vlak. Brussel reken ik dan bij de Franstaligen. De Vlaamse partijen zitten daar weliswaar in de regering, maar in feite voeren ze helemaal geen oppositie tegen wat er daar gebeurt.
Franstalige rechtbanken spreken zich uit tegen het spreidingsplan. Vlaamse rechtbanken spreken zich uit voor het principe van de spreiding. Het beste bewijs dat de communautaire tegenstelling zich heeft uitgebreid tot binnen de rechterlijke macht, vormt de Raad van State zelf. Voor dat orgaan worden de Brusselse geluidsnormen, die onwerkbaar zijn, aangevochten. De Nederlandstalige auditeur zegt dat ze niet kunnen. De Franstalige auditeur zegt dat ze wel kunnen. Tot in het hoogste administratief rechtscollege in dit land is men dus verdeeld over deze zaak.
Wat ik u en de Vlaamse Regering in dit dossier verwijt, mijnheer de minister, is dat de politiek het volledig opgeeft. Het is niet meer de politiek die beslist. Het is niet meer de regering die beslist hoe vliegtuigen vliegen. Het zijn rechters, met tegenstrijdige vonnissen, arresten en verslagen, tot in de Raad van State toe. Op dit ogenblik is er wat Zaventem betreft een soort 'gouvernement des juges'. Het zijn de rechters die de uiteindelijke beslissingen nemen. Het wordt dus tijd, zeker na dit arrest, dat de regering opnieuw het heft in handen neemt en dat de politiek opnieuw gaat beslissen.
Ik verwijt u dat er, sinds de laatste bijeenkomst met u en uw collega's van de Brusselse en federale regering op 28 oktober, die u min of meer met slaande deuren hebt verlaten, politiek niets meer is gebeurd. Iedereen kijkt naar iedereen. De federale regering, bij monde van de heer Landuyt, verklaarde toen op de Brusselse en Vlaamse regeringen te wachten. U zegt op de federale regering te wachten. De Brusselse regering verklaart te wachten tot de federale of Vlaamse regeringen iets doen.
Iedereen kijkt naar iedereen. Ondertussen zitten we met het dossier-Zaventem waardoor er 60.000 jobs op het spel staan en waarbij de Vlaamse Regering de komende jaren 800 miljoen euro zal investeren in het START-project om de toekomst van de luchthaven en de ontsluiting ervan veilig te stellen. Iedereen kijkt naar iedereen en laat rechtbanken, hoven van beroep en de Raad van State maar doen. Dat stilzwijgen moet nu eindelijk eens doorbroken worden.
We weten allemaal dat de sleutel in Brussel ligt. Ik begrijp nog altijd de houding niet van de meerderheidspartijen die ook in de Brusselse regering zitten. Bij de oprichting van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werd ons een paritaire regering verzekerd waardoor nooit kon worden geageerd tegen de belangen van de Vlamingen. Ik begrijp niet waarom de meerderheidspartijen nog nooit met de vuist op de tafel hebben geslagen. De heer Picqué zegt: 'Je m'en fous', en trekt zich niets aan van het arrest van het hof van beroep.
Mijnheer de minister, nu bent u politiek aan zet. Het kan niet langer dat u zich laat gijzelen door een Brusselse regering en meer bepaald door een kleine partij die er deel van uitmaakt. Dit dossier is cruciaal en niet alleen voor de toekomst van onze regio en van Zaventem. Uw stilzwijgen sinds 28 oktober komt neer op een soort medeplichtigheid. U onderwerpt zich aan een vorm van chantage. U had al lang namens de meerderheidspartijen aan uw Brusselse collega's kunnen vragen om de druk op de ketel te zetten. U beschikt over de politieke mogelijkheden. Ik begrijp niet dat er hier in dit Vlaams Parlement nog steeds samenwerkingsakkoorden met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest passeren zonder een kritische noot over Zaventem. Ik herhaal dat de tweede economische groeipool van heel dit land op het spel staat.
Federaal minister Landuyt stelt als oplossing voor om niet meer te vliegen. Waar zijn wij mee bezig? U kunt politiek niet langer zwijgen. We staan achter uw vier uitgangspunten: een evenredige en billijke spreiding, stiltemomenten, een juridisch kader, want dat is bijzonder belangrijk voor de investeringen in en rond Zaventem, en technische haalbaarheid. We staan achter deze vier uitgangspunten van de Vlaamse Regering.
Mijnheer de minister, we willen niet langer alleen woorden, maar verwachten eindelijk ook politieke daden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De voorzitter:
De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy:
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, collega's, deze morgen was ook in mijn gemeente een mooie lentemorgen, maar toen we de radio aanzetten, hoorden we opnieuw berichten over Zaventem en wisten we dat de discussie weer zou beginnen. In de Rand bekijken we de kwestie zo, want gedurende 3 à 4 jaar is er om de 14 dagen of om de maand wel een arrest van een rechtbank, een uitspraak van een politicus, een motie van een gemeentebestuur of een optreden van een actiegroep. Als gevolg daarvan is de hele regio gedestabiliseerd.
Het arrest dat we vandaag moeten ondergaan - want zo bekijken we dat in de Rand - leidt tot nieuwe vragen. De hamvraag is natuurlijk: waar eindigt dit? Het is 'Zaventem und kein Ende' aan het worden. We worden al jaren met de problemen geconfronteerd.
De uitspraak van het hof van beroep en het feit dat het Vlaamse Gewest wordt uitgenodigd om binnen de 20 dagen een MER te maken, was gedeeltelijk voorspelbaar. De Vlaamse Regering stelde niet MER-plichtig te zijn en had daar argumenten voor, maar er waren ook tegenargumenten. De volgende dagen moet er zeker een antwoord komen. Uit wat minister Peeters heeft gezegd, meen ik te mogen afleiden dat er een MER-studie zal komen betreffende de exploitatie en meer bepaald betreffende de geluidsoverlast.
Het positieve punt, mijnheer Van Hauthem, is dat de Brusselse geluidsnormen ongrondwettelijk zijn bevonden omdat ze geen rekening houden met de andere deelgebieden. Ze zijn eenzijdig en disproportioneel in verhouding tot de belangen van de inwoners van de andere gebieden. Dit arrest zal ons nog verder van huis brengen, want wat is dat, het evenredigheidsbeginsel?
Merkwaardig is dat voor de eerste maal een rechter zegt dat er zes zones zijn en dat elk van die zones een evenredig deel moet krijgen, rekening houdend met een aantal aspecten, al worden die dan weer niet duidelijk gemaakt. De overheid moet de criteria die de evenredigheid bepalen, vastleggen. Dat is juist de hele discussie! Op dat punt zitten we nu juist al maanden vast! Men slaagt er niet in een spreidingsplan te realiseren dat rekening houdt met de draagkracht van de verschillende zones.
Verder moet er zo snel mogelijk een plan komen want indien het evenredigheidsbeginsel niet wordt toegepast, kan men dwangsommen innen. Er wordt dus eigenlijk een ultimatum gesteld. Dat stelt ons voor enorme problemen.
De heer Bex is blij met dit arrest, maar als 15 percent van alle vluchten via de 07-baan moeten gebeuren, zal de hele streek rond Leuven een massa vliegtuigen over zich heen krijgen. Sommige regio's zullen worden ontlast, maar ten koste van andere, nieuwe gebieden met geluidshinder. Het evenredigheidsbeginsel heeft natuurlijk verschillende gevolgen naargelang de omstandigheden. Het is bovendien totaal onuitvoerbaar omdat men niet zomaar zes soorten landen en opstijgen kan realiseren. Men moet rekening houden met de wind, de capaciteit en de routes. Die organisatie is van een enorme complexiteit. Een rechter kan zich over zo'n materie niet uitspreken. Het arrest is absurd. Het maakt de zaak alleen nog maar ingewikkelder. Dit arrest lost niets op.
We verkeren in een pre-electorale sfeer en in sommige gemeenten maakt de geluidshinder deel uit van de verkiezingsinzet. In de Vlaamse gemeenten rond Brussel maakt iedereen zijn rekening van zodra er een nieuw plan komt. Dat zal geen goede zaak zijn in die sfeer van pre-electoraal opbod. De rechtbank kan zich ook neerleggen bij een plan waar alle partijen zich kunnen in vinden. Ik woon in een gebied met geluidsoverlast. Ik denk persoonlijk dat de hele regio een soort pact zou moeten opstellen om gedurende twee jaar de huidige situatie te bevriezen zodat we het electorale opbod omzeilen. Uit heel dat electorale opbod kan alleen maar een draak van een plan ontstaan met nieuwe slachtoffers. We hebben in de afgelopen dagen al een eerste teken daarvan gezien.
In de eerste 80 dagen van dit jaar gingen al gedurende 35 dagen alle landingen en stijgingen van 's morgens vroeg tot 's nachts over baan 02, dat is van Sint-Pieters-Woluwe over Kraainem tot Wezenbeek, en al 35 dagen kwam er praktisch geen enkele vlucht over de noordrand.
Dat heeft enkel te maken met windomstandigheden. Er moet rekening worden gehouden met de windomstandigheden en de capaciteit.
Tot slot zijn de Brusselse normen nog niet vernietigd. Ze zijn ongrondwettelijk maar het is de Raad van State die ze moet vernietigen, niet het hof van beroep. We staan dus voor een zeer moeilijke situatie. Mijnheer Van Hauthem, het ligt allemaal niet zo simpel. Als men tijdens de komende 14 dagen halsoverkop een soort overleg gaat organiseren met Brussel, de Vlaamse Regering en de federale regering waarbij alles in vraag wordt gesteld en mogelijke nieuwe routes worden ontwikkeld, dan zal dit eindigen met een kater. Sommige politieke partijen denken daar misschien voordeel uit te halen maar ik denk niet dat dit het geval zal zijn. Het zal het draagvlak tegen de luchthaven in de streek enkel nog vergroten. We bewijzen Zaventem geen dienst indien we tijdens de komende maanden, met als inzet ook de gemeenteraadsverkiezingen, een volledig nieuw spreidingsplan gaan ontwikkelen, conform de uitspraak van de rechtbank.
Ik pleit ervoor om een rustpauze in te lassen. Het zou een slechte zaak zijn voor Zaventem indien nu opnieuw de doos van Pandora wordt geopend. Als de Vlaamse Regering beslist om toch onderhandelingen te voeren, dan moet ze vooraf nadenken over wat ze op dit ogenblik verstaat onder evenredige spreiding indien dat het uitgangpunt zou zijn.
De voorzitter:
De heer Demesmaeker heeft het woord.
De heer Mark Demesmaeker:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het arrest van het hof van beroep heeft dan toch die verdienste dat het in een aantal aspecten aan de bevolking toont dat er nog rechters zijn die hun gezond verstand laten spreken. De rechter stelt dat geluidshinder evenredig, op een rechtvaardige manier moet worden gespreid. Met andere woorden, Brusselaars, inwoners van de noordrand en inwoners van de oostrand moeten op voet van gelijkheid worden behandeld.
Het arrest stelt dat de Brusselse geluidsnormen ongrondwettelijk zijn en dat ze getuigen van een gebrek aan federale loyauteit. Ze zijn in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Dat hebben wij vanop deze tribune herhaaldelijk gezegd. Met die normen weert het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest elke overlast van zijn grondgebied en maakt het een rechtvaardige spreiding onmogelijk.
Er moet dus eigenlijk geen rekening worden gehouden met de Brusselse geluidsnormen, aldus het arrest. Binnen die logica en een beetje simplistisch gesteld, zou niets een rechtvaardige spreiding van de hinder in de weg mogen staan.
In de kranten lees ik dat federaal minister Landuyt het niet op die manier ziet. Ik citeer: 'Ik kan er niets mee aanvangen. De rechtbanken spreken elkaar tegen. Een evenredige spreiding is niet haalbaar omdat ook de windrichting meebepaalt welke baan van de luchthaven wordt gebruikt.'
Wat het eerste betreft, is er inderdaad een tegenspraak tussen Franstalige en Nederlandstalige uitspraken. Het bewijst alleen maar dat dit dossier heel zwaar geladen is, en hoe taalaanhorigheid tot een andere rechtspraak leidt, of hoe de rechtspraak in dit land gesplitst is.
Volgens alle experts betekent veilig vliegen dat landen en opstijgen zo veel mogelijk tegen de wind in moet gebeuren. Als we dit principe consequent zouden doorvoeren, dan zou er al een heel ander gebruik van de banen uit de bus komen. Nu vertrekt 90 percent van de vluchten vanop baan 25R in westelijke richting. De wind in Zaventem komt hoofdzakelijk uit het zuidwesten, maar slechts in 68 en niet in 92 percent van de gevallen. Als we dat principe logisch zouden toepassen, dan zou de Noordrand al één dag op de drie verlost zijn van de overlast. Bovendien moet veilig vliegen met zo weinig mogelijk bochtenwerk gebeuren, wat nu heel vaak gebeurt omwille van de Brusselse muur van geluidsnormen.
In een technisch heel ingewikkeld dossier als dat van de luchthaven van Zaventem, is het altijd gemakkelijk om met boutades een aantal onwaarheden te vertellen en toch een schijn van waarheid te geven. Ik verwijs naar een recent interview met de heer Di Rupo in de Franstalige e-mailkrant 'Mille décibels', die velen van ons in de mailbox krijgen: 'Si l'on veut aboutir, il faut privilégier le respect des données objectives, des vents, des procédures les plus sûres et du survol des zones les moins densément peuplées. La logique du survol des zones les moins densément peuplées doit absolument prévaloir.'
De bevolkingsdichtheid moet dus voorrang hebben volgens de heer Di Rupo. Ook hier echter is de logica zoek, want de Brusselse Noordrand is na het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de dichtstbevolkte zone in de regio van de luchthaven. Bovendien zijn daar veel dunner bevolkte zones dan de Vlaamse Rand, bijvoorbeeld de Schaarbeekse rangeerterreinen, de kanaalzone, het koninklijk domein, de Heizel, enzovoort.
Ook de Vlaamse Regering krijgt een veeg uit de pan. Er had een MER moeten worden opgemaakt bij de toekenning van de milieuvergunning aan BIAC eind 2004, dat voldoende rekening houdt met de geluidshinder. Misschien hebben we hier een kans gemist, die we nu kunnen rechtzetten. Ik lees in de kranten dat u op die vraag ingaat.
Mijnheer de minister, hoe staat de Vlaamse Regering tegenover dit arrest van het hof van beroep? Ik las in de krant wat u daarover zei. Ik zou het graag vanop deze tribune horen. Hoe staat u tegenover de uitspraken van federaal minister Landuyt. Hij heeft toch belangrijke zaken gezegd. Hoe gaat u BIAC op korte termijn verplichten het vereiste MER te realiseren? Gaan er nieuwe onderhandelingen van start tussen de verschillende beleidsdomeinen? Hoe zal de Vlaamse Regering haar doelstellingen waarmaken bij de onderhandelingen, namelijk een billijke, eerlijke spreiding van de overlast? (Applaus bij CD&V)
Minister Kris Peeters:
Mijnheer de voorzitter, collega's, in het arrest van 21 maart 2006 vinden we de uitgangspunten van de Vlaamse Regering heel duidelijk terug. Mijnheer Van Hauthem, tijdens de hele onderhandelingsperiode waren de vier punten die u hebt opgesomd, heel belangrijk. Het eerste punt dat we op tafel hebben gelegd, is dat de verdeling van de vluchten op een billijke en evenwichtige wijze moet gebeuren.
Dat vinden we terug in dit arrest, dat immers zeer duidelijk onze uitgangspunten en onze visie tijdens de onderhandelingen bevestigt.
Er is aangehaald, en ik heb een tijdje geleden naar aanleiding van een actuele vraag al gezegd, dat er zich een probleem voordoet wanneer geluidsnormen worden opgelegd in een regio die effecten hebben voor een andere regio. Het arrest stelt daarover heel duidelijk in overwegingen 70 en 71 dat het ongrondwettelijk is en het evenredigheidsprincipe schendt. Het arrest is dus duidelijk en we vinden er onze belangrijke uitgangspunten in terug die we weken en maanden geleden op tafel hebben gelegd.
Mijnheer Van Rompuy, het arrest zegt ook dat er een gelijk gewogen spreiding moet zijn over de zes verschillende zones. Het is niet juist te stellen dat 100 vluchten bijgevolg door 6 moeten worden gedeeld, zodat er 15 vluchten per zone zijn. Uit de lectuur van het arrest meen ik op te maken dat dat niet de bedoeling van het hof is. In een overweging wordt gezegd dat de criteria van bevolking en dergelijke behouden kunnen blijven. Een mathematische splitsing van het aantal vluchten per zone volstaat dus niet om te voldoen aan de opmerkingen uit het arrest. Zo kan en mag het niet gelezen worden. Het moet komen tot een billijke en evenwichtige spreiding, rekening houdend met de elementen die wij in het verleden al duidelijk hebben geformuleerd.
Het is evident dat onderhandelingen maar succesvol kunnen zijn wanneer alle partners zich correct, royaal en loyaal opstellen ten aanzien van de wetgeving en de verschillende invalshoeken. Als een partner dat niet of onvoldoende doet, dan is het heel moeilijk of zelfs onmogelijk om tot oplossingen of tot een vergelijk te komen.
Het is altijd onze zorg geweest zo'n billijke en evenwichtige spreiding te realiseren, rekening houdend met de problematiek van de inwoners, waarover ook enkele collega's hier uit ervaring kunnen spreken. We zijn echter ook solidair met de luchtvaartmaatschappijen. Zij zeggen duidelijk dat er dingen zijn die moeten ophouden, willen ze zich nog verder ontwikkelen en nog langer een beroep kunnen doen op de economische dynamiek van de luchthaven van Zaventem. Ook wij stellen heel duidelijk dat zo'n situatie, waarin boetes worden opgelegd en dergelijke, de economische dynamiek van de luchthaven onmogelijk maakt.
Over het MER is het arrest heel duidelijk. Het zegt dat we twintig dagen hebben om het MER aan BIAC te vragen. Als we dat niet doen, dan krijgen we een dwangsom opgelegd. Het is evident dat we dat MER binnen de twintig dagen zullen vragen. Ik heb trouwens begrepen dat de opmaak ervan vergevorderd is. Dat geeft ons de gelegenheid met nog meer kennis van zaken tot oplossingen te komen.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, de Vlaamse Regering heeft zich in dit dossier altijd positief opgesteld om een vergelijk te vinden en een oplossing die niet alleen de economische dynamiek van de luchthaven voor de toekomst veiligstelt, maar ook de leefbaarheid voor de omwonenden op een duurzame wijze verbetert. Dat veronderstelt echter dat alle partijen rond de tafel dat doen. Ik ga ervan uit dat dit arrest een nieuw element is, dat zulks mogelijk kan maken. Ik wil er echter zeker van zijn dat alle partijen rond de tafel daar evenzeer van overtuigd zijn. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Jos Bex:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Over de interpretatie van het vonnis verschillen blijkbaar de meningen. Er zijn mensen die vooropstellen dat wat in het arrest staat, slecht is voor de regio Leuven. Op dit ogenblik draagt die regio ongeveer 39 percent van de lasten. Met een billijke spreiding zouden die worden teruggebracht tot 15 percent. Dat toont aan dat niet iedereen het vonnis op dezelfde manier leest.
Hetzelfde geldt voor uw oproep aan alle partijen om op een gelijke manier de lasten te dragen. De beschikbaarheid van baan 02/20 bedraagt 97 percent en wordt voor 8 percent gebruikt. Dat staat zo in het vonnis. Baan 25R daarentegen, die voor 40 percent wordt gebruikt, is voor 80 percent beschikbaar. Een meer beschikbare baan wordt praktisch niet gebruikt ten opzichte van een baan die minder beschikbaar is.
Bij een vorig debat heb ik voorgesteld om een Pax Zaventem af te sluiten. Nu vragen anderen een Pax Zaventem. De verkiezingen naderen. Ik denk echter dat het te laat is om een dergelijk akkoord af te sluiten.
Mijnheer de minister, over de bevolkingsdichtheid heb ik iets anders gelezen dan u. De bevolkingsdichtheid als dusdanig is geen criterium. Het is de individuele gezondheid van de burger die als criterium moet gelden bij de beoordeling van de spreiding.
De heer Joris Van Hauthem:
Mijnheer de minister, ik had niet verwacht dat u iets anders zou zeggen dan wat u op de actuele vraag van 9 november hebt geantwoord, na het afspringen van de onderhandelingen. U hebt hier alleen nog eens de principes herhaald. Van in het begin hebben we ook gezegd dat we het eens zijn met die uitgangspunten.
U zegt ook dat u blij bent met het arrest. U voegt eraan toe dat u uw deel van het arrest zult uitvoeren. U zult aan BIAC vragen dat er binnen de 20 dagen een milieu-effectenrapport wordt opgemaakt.
Het andere deel situeert zich echter in de politieke sfeer. Ik heb u daar ook op gewezen. De rechtbanken spreken elkaar op alle mogelijke manier tegen. Vandaag zijn wij de tevreden partij. Morgen volgt er echter misschien een uitspraak die tegen dit vonnis ingaat.
Dat is de reden van de oproep aan de politici om het heft in handen te nemen. De vraag was waarom de Vlaamse Regering hierover zo lang heeft gezwegen, waarom ze zelf niet een aantal initiatieven heeft genomen. Blijkbaar bent u nog altijd niet van plan om welk politiek initiatief dan ook te nemen.
Men kan natuurlijk blijven wachten tot de 'niet-correcte partner', zoals u die noemt - ik neem aan dat u daarmee de Brusselse regering bedoelt - zich correct opstelt. U kunt daarop blijven wachten tot sint-juttemis.
De tijd is gekomen om die partner te dwingen zich correct op te stellen. U hebt daar ook de politieke middelen voor. Alleen vergt het politieke moed om die op een bepaald ogenblik ook in te zetten.
Mijnheer Van Rompuy, u zegt dat de Brusselse regering op basis van het arrest van het hof van beroep de geluidsnormen niet zal wijzigen. Dat valt nog te bezien. Als CD&V en sp.a daarvan in de Brusselse regering een breekpunt maken, dan worden ze gewijzigd! De voorwaarden zijn dan op zijn minst aanwezig om verder na te denken over de evenwichtige spreiding, rekening houdend met de technische mogelijkheden.
Alles hangt dus af van de politieke moed van zowel de Vlaamse Regering als van de Vlaamse partijen in de Brusselse regering. Wat dat betreft, heb ik vandaag niet veel nieuws gehoord. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Eric Van Rompuy:
Mijnheer Van Hauthem, mocht het zo simpel zijn, dan zou het probleem al lang opgelost zijn. (Rumoer)
De Vlaamse Regering heeft haar nek wel uitgestoken. Op een bepaald moment heeft ze zelfs voorstellen gedaan die in de Vlaamse Rand tot heel wat discussie hebben geleid. De vraag was of ze wel zouden leiden tot een rechtvaardige spreiding.
Ze heeft zich ook nooit neergelegd bij de chantage van het Brusselse gewest in verband met de Brusselse normen. Die discussie is toen op niets uitgedraaid.
Het is veel ingewikkelder dan u voorstelt.
In het evenredigheidsbeginsel staat op bladzijde 280 dat voor het gewogen resultaat van de spreiding van de overlast de criteria niet door de rechtbank worden bepaald. Het woord 'bevolking' staat er niet in. Wel lees ik erin: 'het aantal vluchten', ' het aantal geluidsoverlastpieken', 'overlast berokkend tijdens de dag en de nacht', enzovoort. Mijnheer de minister, ik ben blij dat u de interpretatie niet geeft die de woordvoerder van de Noordrand geeft. Hij zegt dat alles in zes moet worden gedeeld en er op die manier een echte spreiding moet komen. Dat is niet goed.
Er moet rekening worden gehouden met de draagkracht van een hele regio, met het historisch banengebruik en de veiligheidsaspecten.
Mijnheer Van Hauthem, ik ben het wel met u eens dat Brussel ook zijn deel moet doen. Dat de stad dit weigert omwille van de normen, is een heel belangrijk politiek gevecht. Echter, nu naar een clash gaan die een oplossing erg moeilijk maakt, vind ik helemaal verkeerd. Er moet gepraat worden, en als er geen oplossing mogelijk is, dan verkies ik een bevriezing van de huidige situatie boven het uitwerken van oplossingen, onder chantagedruk en in een electoraal vergiftigd klimaat, die toch niet lang zullen standhouden. Dan pas zou de luchthaven in gevaar zijn! (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
De heer Mark Demesmaeker:
Mijnheer de voorzitter, ik sluit me aan bij de heren Bex en Van Rompuy en bij de bedenking van de minister dat onderhandelingen enkel kans op slagen hebben als alle partijen rond de tafel zich loyaal opstellen. Dat laatste klinkt in mijn oren wel een beetje irreëel. Vlaamse politici moeten inzien dat voor de tegenstellingen tussen de verschillende omwonenden rond de luchthaven een oplossing alleen mogelijk is als politiek wordt afgedwongen dat Brussel een rechtmatig deel van de hinder op zich neemt. De omleidingsroutes rond de hoofdstad moeten worden afgeschaft zodat een echte rechtvaardige spreiding van de overlast mogelijk wordt.
De voorzitter:
Het incident is gesloten.
politique
à 08:12